Aardappel witlofschotel met romige knoflooksaus spekjes en walnoten

Verwarm de oven voor op 200 graden boven- en onder-warmte of 175 graden hete-lucht.

Snij de witlofstronken in de lengte in vieren.
Kook de witlof in water met zout beetgaar. Laat het witlof heel goed uitlekken in een vergiet, druk ze eventueel nog een beetje uit.
Kook de aardappelpartjes gaar in water met zout.
Bak de spekreepjes in een droge koekenpan lichtbruin.

Smelt de boter in een pan. Bak hierin de knoflooksnippers 1 minuut tot ze lekker gaan geuren. Voeg de bloem toe en roer met een garde tot een gladde saus zonder klontjes.
Laat de saus plm. 3 minuten op een lage warmtebron garen.
Voeg hier steeds een beetje van de melk aan toe. Steeds goed roeren, net zolang tot de melk op is. Roer de roomkaas door de saus. Is de saus nog wat te dik, voeg dan nog een beetje melk toe.
Maak de saus op smaak met de verkruimelde bouillontablet, cayennepeper of chilipoeder naar smaak, Provençaalse kruiden, worcestersaus en wat versgemalen peper.
Roer het grootste deel van de spekreepjes door de saus (de rest gaat er bovenop).

Doe de witlof met de aardappelen in een ovenschaal. (Ik heb het wat rommelig door elkaar gelegd) (zie foto).
Verdeel de saus over de witlof.
Leg de overgebleven spekreepjes en de walnoten er bovenop. (zie foto)
Strooi er nog wat geraspte pittige kaas overheen en zet de schaal in het midden van de op 200 graden voorverwarmde oven tot de schotel een mooie goudbruine kleur heeft gekregen.