ge­gla­zuur­de laag­jes­taart met le­mon curd

Verwarm de oven voor op 170 °C. Vet de bakvormen licht in en bekleed de bodems met bakpapier.
Zeef het bakmeel en de bakpoeder (hoog) boven een ruime beslagkom. Rasp de gele schil van 1 citroen en pers de vrucht uit. Voeg 175 g boter, 175 g rietsuiker, 3 eieren, het citroenrasp en 1 el citroensap toe en meng alles met een mixer in ca. 1 min. tot een gladde, romige massa. Verdeel het beslag over de bakvormen, strijk de bovenkant glad met de bolle kant van een lepel en bak in ca. 25 min. in het midden van de oven. Haal uit de oven, laat ca. 30 sec. rusten.
Maak de taarten met het paletmes rondom los van de rand en stort op een taartrooster. Verwijder het bakpapier. Leg het andere taartrooster er nu op, zonder te drukken, en keer beide taarten om zodat de bovenkanten boven liggen.
Rasp voor de lemon curd de gele schil van 1,5 citroenen en pers de vruchten uit. Meng het citroenrasp en 110 g rietsuiker in een kom. Klop het citroensap met 3 eieren los en schenk over de citroensuiker. Voeg 75 g boter in kleine blokjes toe en hang de kom boven een pan zacht kokend water. Let op dat de kom het water niet raakt (au bain-marie). Roer af en toe tot het mengsel dik is, dat duurt ca. 20 min. Zet apart en laat afkoelen.
Snijd de afgekoelde taarten horizontaal in tweeën met een scherp kartelmes. Houd 2 el lemon curd apart voor de garnering. Bestrijk 1 taarthelft met lemon curd. Leg er een volgende helft op en bestrijk ook die met lemon curd. Doe hetzelfde met de derde taarthelft en leg daar de laatste halve taart op. Spatel de apart gehouden lemon curd door de mascarpone. Bestrijk hiermee de bovenkant van de taart en vervolgens voorzichtig de randen. Rasp de gele schil van een 1/2 citroen. Bestrooi vlak voor het serveren de bovenkant van de taart met rasp.