Congee

1 Spoel de rijst grondig. Laat de rijst 30 minuten weken in water. Als je minder tijd hebt, laat je de rijst enkele minuten rusten terwijl de bouillon opwarmt.
2 Breng de kippenbouillon aan de kook. Zeef de gespoelde en geweekte rijst. Voeg de rijst toe aan de kippenbouillon en laat 1.30 uur sudderen op een middelmatig vuur. Tijdens het koken brokkelen de rijstkorrels volledig af, zodat het zetmeel zich kan binden met de bouillon en er een pap ontstaat. Wil je echt dikke pap? Laat dan nog verder inkoken.
3 Maak de gember en de lente-uitjes schoon en snij ze zo fijn mogelijk voor de afwerking.
4 Als de congee klaar is, mogen de kipfilets in de pot. Gaar de filets 10 minuten in de pap op een middelmatig vuur. Laat het geheel niet koken, maar rustig sudderen zodat de kip kan pocheren en supermals blijft.
5 Haal de kipfilets uit de pap en snij ze in reepjes. Proef de congee en kruid met wat sojasaus naar smaak.
6 Schep een pollepel congee in een ontbijtkom en werk af met de kippenreepjes, de lente-ui, de gember en de zwarte sesamzaadjes.