Gelukvarkentjes en geluksmuisjes

Verwarm de oven voor op 175 graden. Doe kwark, melk, olie, ei, suiker, vanillesuiker en zout in de beslagkom en roer alle ingredienten met behulp van de handmixer met kneedhaken goed door elkaar. Meng de bloem met het bakpoeder en zeef het mengsel in de beslagkom. Voeg de amandelen toe en kneed alles grondig door elkaar. Bestuif het aanrecht met bloem en rol het deeg uit tot een dikte van 3 milimeter. Voor ieder varkentje snijd je met het grotere glas twee cirkels uit. Halveer 1 cirkel voor de oren. Voor de snuit snijd je met het kleinere glas voor ieder varkentje 1 cirkel uit. Roer eigeel en melk door elkaar en bestrijk alle deegcirkels met het mengsel. En zo maak je van de cirkels varkentjes, leg een kleine cirkel op een grote cirkel (niet in het midden, maar een beetje verder naar onder - je weet wel waar bij varkentjes de snuit zit). Dan druk je de oren aan de rechterkant en aan de linkerkant van de grotere cirkel vast. Druk twee krenten als ogen boven de snuit in het deeg. Met een breinaald prik je nu twee gaatjes in de snuit - zo krijg je de typische varkenssnuit, die eruitziet als een stopcontact. Voor de muisjes rol je kleine deegbolletjes die je vervolgens aan een kant puntig vormt - dit wordt de snuit. Aan de punitge kant trek je nu twee deegoortjes omhoog, dan rol je van wat extra deeg een staartje. Druk het staartje aan de muis vast. Druk twee krenten als ogen in het deeg. Doe de varkentjes en muisjes op een met bakpapier belegd bakblik. Roer eigeel en melk door elkaar en bestrijk ze hiermee. Schuif het bakblik in de oven. Laat de gebakken figuurtjes op een koekblik afkoelen.