Marsepeinzakjes

Vul ieder ingevet vormpje met 2 volle eetlepels deeg, plaats ze op een bakblik en bak ze. Onmiddellijk na het bakken maakt u ieder vormpje met een puntig mes los, haalt u de folie er voorzichtig af en laat u het gebak koud worden.Voor de vulling:Laat de chocolade smelten, roer dit samen met de suiker en 3 eetlepels van de koude melk tot een papje. Breng de rest van de melk aan de kook, neem het van het vuur. Roer het chocolademengsel erdoorheen, breng opnieuw aan de kook en laat afkoelen (tijdens het afkoelen er af en toe door roeren).Roer de boter of margarine glad, roer de chocoladevulling er lepel na lepel doorheen. Snijd de taartjes doormidden, bestrijk de onderste helft met de chocoladecreme, zet de bovenste helft erop en bestrijk de rand eveneens met creme.Zeef de poedersuiker. Kneed de marsepein, rol het uit op de gezeefde poedersuiker, snijd het in 10 repen van 9 cm breed en ca. 18 cm lang. Leg ieder taartje op een reepje marsepein. Aan de onderste rand van het taartje dient ca. 2 cm en aan de bovenste rand ca. 3 cm vrij te blijven. Wikkel het taartje in de marsepein en bestrijk daarbij het begin en het einde met water. Druk goed aan.Druk de smallere marsepeinreepjes tegen de bodem van de taart, zet de taartjes rechtop, druk de uitstekende marsepeinreepjes tegen elkaar aan, en wel zo, dat ieder taartje op een dichtgebonden zak gaat lijken. Bestuif vervolgens de marsepeinzakjes met een dun laagje cacao en zet ze op een koele plaats.