Afbeelding
Aantal personen
0.00
Ingrediënten
•2 sjalotten (of 1 kleine ui)
•4 tenen knoflook
• 2 rode chilipepers
•1 klein stukje trassi (gefermenteerde garnalenpasta)
•1 theelepel gemalen koriander (ketoembar)
•1 theelepel gemalen gember (djahé)
•1 theelepel gemalen komijn (djinten)
•1/2 theelepel gemalen laos
•1 eetlepel arachideolie
•1 pot pindakaas met stukjes noot
•200 ml kokosmelk
•1 stengel citroengras (sereh)
•ketjap manis
•vloeibare tamarinde
•citroensap
•flink wat Javaanse suiker (gula djawa) of bruine basterdsuiker
Bereiding:
Pel de sjalotten en knoflook en hak ze grof. Snijd de steeltjes van de pepers, verwijder desgewenst de zaadjes, en snijd de pepers in kleine stukjes.
Doe de sjalot, knoflook, chilipeper, trassi, koriander, gember, komijn en laos in de mengkom van de keukenmachine en pureer tot een fijne pasta. Of maak de boemboe op de authentieke manier en wrijf de ingrediënten in een vijzel fijn.
Verhit de olie in een sauspan en fruit de boemboe enkele minuten. Voeg de pindakaas toe en roer deze los terwijl je hem even meefruit. Schenk de kokosmelk in de pan en roer tot er een saus ontstaat.
Verwijder de buitenste, harde schil van de serehstengel en kneus hem door er met het lemmet van een groot mes op te slaan. Leg er een knoopje in of snijd hem doormidden en leg de sereh in de pindasaus.
Leg een deksel op de pan, draai het vuur laag en laat de pindasaus een kwartiertje pruttelen. Dit mag vooral niet te hard gaan, anders gaat de saus schiften. Leg zo nodig een vlamverdeler onder de pan.
Maak de saus op smaak met ketjap, tamarinde, citroensap en suiker. Er moet een mooie balans ontstaan tussen zout en zuur. Als de saus nu nog te dik is, kun je hem verdunnen met een beetje lauw water.
•4 tenen knoflook
• 2 rode chilipepers
•1 klein stukje trassi (gefermenteerde garnalenpasta)
•1 theelepel gemalen koriander (ketoembar)
•1 theelepel gemalen gember (djahé)
•1 theelepel gemalen komijn (djinten)
•1/2 theelepel gemalen laos
•1 eetlepel arachideolie
•1 pot pindakaas met stukjes noot
•200 ml kokosmelk
•1 stengel citroengras (sereh)
•ketjap manis
•vloeibare tamarinde
•citroensap
•flink wat Javaanse suiker (gula djawa) of bruine basterdsuiker
Bereiding:
Pel de sjalotten en knoflook en hak ze grof. Snijd de steeltjes van de pepers, verwijder desgewenst de zaadjes, en snijd de pepers in kleine stukjes.
Doe de sjalot, knoflook, chilipeper, trassi, koriander, gember, komijn en laos in de mengkom van de keukenmachine en pureer tot een fijne pasta. Of maak de boemboe op de authentieke manier en wrijf de ingrediënten in een vijzel fijn.
Verhit de olie in een sauspan en fruit de boemboe enkele minuten. Voeg de pindakaas toe en roer deze los terwijl je hem even meefruit. Schenk de kokosmelk in de pan en roer tot er een saus ontstaat.
Verwijder de buitenste, harde schil van de serehstengel en kneus hem door er met het lemmet van een groot mes op te slaan. Leg er een knoopje in of snijd hem doormidden en leg de sereh in de pindasaus.
Leg een deksel op de pan, draai het vuur laag en laat de pindasaus een kwartiertje pruttelen. Dit mag vooral niet te hard gaan, anders gaat de saus schiften. Leg zo nodig een vlamverdeler onder de pan.
Maak de saus op smaak met ketjap, tamarinde, citroensap en suiker. Er moet een mooie balans ontstaan tussen zout en zuur. Als de saus nu nog te dik is, kun je hem verdunnen met een beetje lauw water.
Leuke tips
Ik zet de nasi er ook maar meteen bij : http://www.smulweb.nl/1390167/koken/recept/Nasi-uit-duizenden
Bereidingstijd
20-30 min
Keuken
Multi-cultureel
Soort gerecht / gang
Bijgerecht
Recept ID
1390819
Homepage ID
49821
Smaak
P
Teller
6418
Bron
Mijn vader maakte zo ook deze pindasaus
Drank
Uit
Bookmarked
47
Aantal reacties
7
Eigen keuken
Uit
Wijnadvies tonen
Aan
Hoe kom je aan dit recept?
Niet zelf bedacht
Gelegenheid