Huisgemaakte croissants

- Dag 1 -
1. Verwarm de melk op ongeveer 45˚C in een middelgrote pan op middelhoog vuur (gebruik een digitale thermometer om de temperatuur te meten).
2. Giet de melk in een grote hittebestendige kom en strooi de gist erover. Laat het 10 minuten zitten. Na deze tijd zal het bovenop een beetje schuimig zijn.
3. Doe ondertussen de bloem, de suiker en vervolgens de boter in de kom van een keukenmachine met een metalen mes. Puls acht tot tien keer - je zou nog steeds grote stukken boter moeten kunnen zien.
4. Giet het bloem/botermengsel over de opgewarmde melk en gebruik een houten lepel om de droge ingrediënten in de melk te mengen. Het deeg zal op dit punt klonterig, ruig en behoorlijk droog zijn.
5. Gebruik je handen om een deegbal te vormen. Het heeft misschien wat werk nodig, maar ga door - het komt wel goed! Dek de kom goed af met plasticfolie en plaats hem minimaal 1 uur in de koelkast (laat hem echter niet veel langer staan, want dan wordt hij te moeilijk om uit te rollen).
6. Haal het deeg uit de koelkast en bestuif je aanrecht lichtjes met bloem. Kneed het gekoelde deeg voorzichtig tot je voelt dat het zachter wordt. Gebruik je handen om het in een ruwe rechthoek te vormen.
7. Bestuif een deegroller licht met bloem en rol het deeg uit tot een hele grote rechthoek (20 x 40 cm). Je zou stukjes boter in het deeg moeten kunnen zien. Als de randen van de rechthoek tijdens het rollen een beetje barsten, duw ze dan gewoon met je vingers tegen elkaar en blijf rollen totdat je de juiste maat rechthoek hebt.
8. Vouw de bovenkant van het deeg ongeveer tweederde naar beneden en vouw vervolgens het onderste derde deel omhoog over de eerste vouw. Je hebt misschien een plastic bankschraper of spatel nodig om het deeg op te scheppen als het een beetje blijft plakken.
9. Draai het blok deeg met de klok mee zodat de naad (de open kant) aan je rechterkant zit. Dit rollen en vouwen staat bekend als een "draai".
10. Als het deeg of het werkoppervlak plakkerig is, bestuif het oppervlak lichtjes met bloem, borstel overtollige bloem eraf met uw vingertoppen of een deegborstel, en bestuif de deegroller opnieuw lichtjes met bloem. Herhaal stap 7 tot en met 9 zeven keer voor een totaal van acht "beurten". Zorg ervoor dat je elke keer het overtollige meel van het deeg en de deegroller veegt, hoewel je niet veel extra meel nodig hebt. Dit deeg is heel soepel en elastisch en rolt prachtig.
11. Wikkel het deeg stevig in plasticfolie en leg het minimaal 3 uur in de koelkast, maar bij voorkeur een nacht.

- Dag 2 -

12. Bekleed twee bakplaten met bakpapier. Haal het deeg uit de koelkast en leg een groot stuk bakpapier op je aanrecht of tafel. Laat het gekoelde deeg een paar minuten staan zodat het niet helemaal koud is als je ermee aan de slag gaat.
-Rol het deeg uit tot een rechthoek van iets meer dan 20 x 60 cm. Dit vergt misschien wat geduld, maar als je het rustig aan doet, rolt het deeg zeker zo groot uit. Snijd de randen van de rechthoek bij zodat ze netjes en recht zijn - een meetlint en een pizzasnijder werken hiervoor goed.
13. Werk langs de lange zijden van de rechthoek en maak elke 12 cm een kleine snee in het deeg aan elke kant van de rechthoek. Plaats een meetlint over de breedte van het deeg bij de eerste markering. Gebruik een lang scherp mes of een pizzasnijder om een rechthoek over de breedte van het deeg te snijden. Herhaal bij elke markering totdat je vijf rechthoeken hebt.
14. Snijd elke rechthoek diagonaal in tweeën om twee driehoeken te maken (zie foto) . Gebruik hiervoor een meetlint (om ervoor te zorgen dat de driehoeken gelijk zijn) en een pizzasnijder. Je hebt 10 driehoeken.
15. Rek voorzichtig een van de driehoeken op elke hoek uit en rol het deeg vanaf het brede uiteinde op totdat je het puntige uiteinde hebt bereikt. Voilà, je hebt een croissant. Herhaal met de resterende driehoeken. Misschien vindt u dat sommige van uw croissants niet helemaal de vorm hebben die u denkt dat ze zouden moeten zijn - nogmaals, oefening baart kunst en ze zullen nog steeds geweldig smaken!
16. Leg vijf croissants op elk bakje en dek elk bakje af met een schone theedoek. Laat 3 uur rusten op een warme plaats. Gedurende deze tijd zullen de croissants iets opzwellen.
17. Als de croissants 2-1/2 uur hebben gestaan, verwarm je de oven voor op 190 °C. Klop het ei en de room samen en bestrijk de bovenkant van de croissants voorzichtig met deze eierwas.
18. Plaats een bakplaat in het bovenste derde deel van uw oven en de andere in het onderste derde deel van de oven. Bak 20 tot 25 minuten, of tot de croissants bovenop goudbruin zijn. Verwissel de bakplaten van boven naar beneden en draai ze halverwege het bakken van voren naar achteren.
19. Haal de bakplaten uit de oven. Laat de croissants ongeveer 10 minuten op de bakplaten staan en plaats ze dan op een rooster om volledig af te koelen (als je kunt wachten).